Hoe werkt titratie?
Startdosering : 30mg Strumazol per dag. (Of 3x100mg PTU) en iedere 4 weken prikken
Tabletten van 30mg of 10mg
Tabletten van 5 mg Thiamazol
(Bij recidive kort na stoppen medicatie kan er met lagere dosis gestart worden…meestal 10 mg)
Als je FT4 richting de 15 gaat kan je de Strumazol gaat minderen (dan naar 15 á 20 Mg Strumazol)
Daarna voorzichtig in kleine stapjes afbouwen. Fine-tunen dus. Iedere 4 weken prikken (of zonodig vaker) en de dosis langzaam verlagen.
Het omslagpunt komt meestal als de Ft4 onder de 10 komt. Dat zorgt voor een trigger waardoor de TSH ontwaakt.
Fine-tunen
Mogelijk krijg je tijdelijk hypowaardes( Ft4 laag/ TSH hoog)… dat is normaal en herstelt vrij vlot als je daarna de dosis strumazol gaat afbouwen. Vanaf dit moment start je het fine-tunen door heel regelmatig prikken en aan de hand van de bloedwaardes de Strumazol af te bouwen naar 2,5 Mg per dag.
Op deze lage dosis wordt de behandeling voortgezet totdat de antistoffen < 1 zijn. Het prikken volstaat nu 1x per 8 á 10 weken.
Je kunt zelfs nog verder minderen naar 1,25mg per dag. Hiermee rem je de schildklier niet meer, maar ondersteun je hem alleen. Je schildklier zal je er dankbaar voor zijn.
Stoppen met de medicatie mag alleen als je ong. half jaar stabiele waardes hebt op lage dosis én je antistoffen onder de 1 zijn. Dit staat ook in de richtlijnen.
Voordeel titratie
– heel erg weinig medicatie in vergelijking met block&replace
– daardoor heel weinig bijwerkingen
– snel goede waardes
– weinig schommelingen in waardes
– langetermijntitratie mogelijk (een aantal jaren 2,5 Mg of 1,25mg per dag blijven slikken)verkleint de kans op recidive aanzienlijk).
Nadeel titratie
– vaker prikken totdat je op de laagste dosis zit ( is meestal alleen nadelig en ‘lastig’ voor de arts). Artsen willen zich er vaak niet in verdiepen, bieden het daarom meestal niet zelf aan.
Contra-indicatie
Is er eigenlijk niet. Soms is een schildklier met medicatie niet stabiel te krijgen, dan is operatie de beste optie.
Ook bij héle ernstige oogziekte is operatie een betere keuze. Soms is iemand allergisch voor Strumazol, maar titratie kan ook met PTU of eventueel Carbimazol.
Titratie kan je keer op keer toepassen. Ook na de RAJ. Of in plaats van de RAJ…
Dr.Azizi heeft kortgeleden onderzocht dat langetermijntitratie (een aantal jaren een lage dosering strumazol slikken) de kans op recidive aanzienlijk verkleint.
Als een titratie goed wordt uitgevoerd… dwz dat er regelmatig geprikt wordt en er daarop snel bijstelling van de dosis volgt, dan heb je meestal heel snel goede waardes. Schommelingen ontstaan meestal doordat de arts de priktermijn niet in acht neemt óf veel te grote stappen maakt in afbouw van de schildklierremmer.
Zoeken naar balans
Titratie is fine-tunen en zodra de TSH echt wakker is, moet je heel voorzichtig in héle kleine stapjes de dosis afbouwen zodat de schildklier langzaam kan wennen aan het zelf produceren van de goede hoeveelheid hormoon. Je schildklier heeft het flink te verduren gehad en heeft moeite om de balans te vinden.
Is die balans er eenmaal, dan kan je met lage dosis verder gaan om je antistoffen te laten verdwijnen.
Omdat Strumazol en PTU een flinke aanslag op je lever zijn, moeten je leverwaardes regelmatig meegeprikt worden! (ALAT, ASAT, GammaGT en Alkalische Fosfatase)
Bij start medicatie zijn de trombocyten en leucocyten even een aandachtspunt.
Ook vitamine D en B12 dienen gecontroleerd te worden omdat schildklierpatienten hier vaak tekort aan hebben.
Antistoffen bij start behandeling, halverwege en áltijd als je wilt stoppen met de medicatie!
En natúúrlijk naast TSH ÁLTIJD de FT4 meeprikken
Twee manieren
Titratie kan toegepast worden op twee manieren: een waarbij gekeken wordt naar de FT4, en de TSH wordt ahw verwaarloosd en de andere manier is dat de FT4 onder de 10 wordt gedwongen om ahw de TSH te laten reageren.Beide manieren kunnen goed uitgevoerd worden,
Methode 1 (FT4): hierbij wordt puur en alleen gekeken naar de hoogte van de FT4, mocht-ie een beetje laag worden, dan wordt daar al op gereageerd door een lagere dosis strumazol/PTU. Hierbij blijft de TSH lang onderdrukt en het duurt erg lang voordat de TSH reageert . De meeste artsen vinden dit vaak een fijnere methode, voor de patient kan dat ook goed gaan, want er wordt heel voorzichtig geremd.
Methode 2: hierbij wordt de schildklier door strumazol/PTU zodanig geremd dat de FT4 tot onder de referentiewaarde wordt gedwongen. Hierop reageert de TSH. Dit gebeurt meestal in de eerste 3-6 maanden, waarbij dan door steeds lagere strumazol dosis de schildklier gemanaged wordt om eerst de balans te vinden en daarna wordt de dosis strumazol afgebouwd tot een lage dosis, waarmee je dan verder kunt naar anderhalf jaar/twee jaar
Methode 1: omdat het heel langzaam gaat en omdat je je goed blijft voelen, is het lichamelijk niet aan te voelen wanneer een verandering nodig is. Nadeel is dat het heel lang kan duren en dat de waardes te veel schommelen (vanwege de angst om een lage FT4 te creëren). Ook hou je je TSH langer onderdrukt, wat niet zo goed is voor je hart en voor je botten (kans op osteoporose). Dokters zijn vaak bang dat een te lage FT4 voor schade zal zorgen, maar ze vergeten gemakshalve dat een langdurige lage TSH ook schadelijk is. Artsen vinden dit vaak een fijnere methode omdat het voor hun makkelijker is.
Methode 2 kan cru aanvoelen, maar hier wordt de Ft4 naar beneden gedwongen, waarbij je je soms enkele weken enorm moe kan voelen en hierbij is het de kunst (en dus noodzaak om vaak te prikken) om niet hypo te worden maar door het gericht afbouwen van de dosis strumazol kun je ahw zelf aanvoelen wanneer het voor jou goed voelt, zodat je je eigen optimale waardes weet (of soms bij benadering). De methode werkt sneller, minder schommelingen en je kunt gericht gaan afbouwen aan de hand van de waardes.