In dit artikel...

    Add a header to begin generating the table of contents
    Scroll to Top

    Bloedwaardes – meten is weten

    In het begin: 1x per maand bloed prikken: TSH, FT4 (eventueel FT3)

    In het begin: leverwaardes (heb je een ijkpunt): ALAT, ASAT, Gamma gt, Alkalische fosfatase. Vitamines B12 (+foliumzuur), vitamine D, witte bloedlichaampjes: leucocyten, trombocyten en je antistoffen (anti TSH-receptoren of ook wel TSI)

    Als je een goede dokter treft, dan geeft hij/zij aan waarop geprikt moet worden. Tref je niet zo’n dokter, dan zul je zelf aan de bel moeten trekken en om de paar maanden leverwaardes en vitamines moeten laten prikken.

    NB: De meeste Graves patienten  zitten met hun waardes van vitamines e.d. rond de lage referentie waarde, als je binnen de referentiewaardes zit, zal de dokter waarschijnlijk niets voorschrijven of zeggen wat je moet nemen. Het is vaak aan jezelf om uit te vogelen of je inderdaad supplementen nodig hebt of niet. Ook als je supplementen neemt – let op de samenstelling van de tabletten, neem liever geen multivitamines – de samenstelling van deze vitamines is niet echt geschikt voor Gravers (in verband met vulmiddelen, jodium, kelp, en te hoge B6 dosis)

    Bloedwaardes: het is erg belangrijk om ook zelf de bloedwaardes in de gaten te houden. Maak een excelbestand of schrijf ze op. Je kunt altijd de uitdraai vragen bij het ziekenhuis. Zet er voor jezelf bij hoeveel medicatie je gebruikt en hoe je je voelt. Een dokter kan zeggen dat de waardes prima zijn, maar zij voelen niet hoe je je voelt en daarbij: je bent geen tekstboek – er bestaan geen optimale waardes volgens het boekje. De optimale waardes zijn hoogst persoonlijke waardes, dat zijn de bloedwaardes waar jij je het beste bij voelt.

    In het begin is het sowieso belangrijk dat je alles opschrijft, door je hersenmist (brainfog) vergeet je vaak veel en schrijven is dan een goede methode. Schrijf ook op hoe je je voelt, als je je geïrriteerd voelt, schrijf het van je af. Je wederhelft, mocht je die hebben, weet vaak niet wat hem/haar overkomt met jouw ziekte. Laat hem/haar veel lezen over de ziekte, neem ze mee naar het ziekenhuis, vooral bij de consulten bij de internist/endocrinoloog.