In dit artikel...

    Add a header to begin generating the table of contents
    Scroll to Top

    Schildklier auto-immuniteit en virussen

    Welke virussen kunnen schildklier auto-immuunziekten triggeren?

    Gepubliceerd op 3 augustus 2015 door Eric Osansky

    Er zijn tal van factoren die een auto-immuun schildklieraandoening zoals de ziekte van Graves of Hashimoto’s Thyroiditis kunnen triggeren, waaronder bepaalde soorten virale infecties.  Hoewel de meeste virussen niet direct auto-immuniteit uitlokken, spelen ze in sommige gevallen een rol bij de initiatie, progressie en bestendiging van auto-immuunaandoeningen (1).  In dit artikel worden enkele van de meest voorkomende virussen bespreken die in verband worden gebracht met schildklier auto-immuniteit.  Aan het eind van het artikel wordt besproken wat iemand kan doen om zo’n infectie te overwinnen.

    Om te beginnen wil ik uitleggen hoe een virus kan leiden tot de ontwikkeling van een auto-immuunziekte.  Er kunnen een aantal verschillende mechanismen zijn, waaronder moleculaire mimicry, verspreiding van epitoop en directe activatie door omgevingsfactoren (1).  Er wordt kort ingaan op een aantal van deze verschillende mechanismen.  Als u niet geïnteresseerd bent in deze mechanismen, kunt u verder gaan naar het deel waarin de verschillende virussen besproken worden die in verband worden gebracht met auto-immuunziekten.  En tegen het einde van het artikel wordt besproken hoe natuurlijke behandelmethoden kunnen helpen bij het bestrijden van virale infecties.

    Voordat de mechanismen worden besproken, hier een korte uitleg wat een antigeen en antilichaam is voor degenen die niet weten wat dit zijn.  Een antigeen is een stof die een immuunreactie opwekt.  Dus bijvoorbeeld vreemde stoffen zoals chemicaliën, bacteriën of virussen worden beschouwd als antigenen.  Ook voedingsmiddelen kunnen door het immuunsysteem als antigeen worden opgevat.  Een antigeen kan echter ook binnen het lichaam worden geproduceerd, en zelfs de weefselcellen kunnen soms als een antigeen worden beschouwd, wat het geval is bij auto-immuunziekten zoals de ziekte van Graves en de schildklierontsteking van Hashimoto.  Een antilichaam is een eiwit dat door het immuunsysteem wordt geproduceerd, en dit antilichaam bindt zich aan een specifiek antigeen.  Zodra het antilichaam zich aan het antigeen bindt, proberen andere cellen van het immuunsysteem (d.w.z. macrofagen) het antigeen op te slokken en te vernietigen.

    Moleculaire mimicry.  Dit is een proces waarbij een vreemd antigeen een sequentie of structurele gelijkenis deelt met zelf-antigenen (2).  Zo kan bijvoorbeeld een bepaald virus een aminozuursequentie hebben die sterk lijkt op de aminozuursequentie van menselijke cellen.  Dit kan niet alleen leiden tot de productie van antilichamen tegen het virus, maar ook tot auto-antilichamen tegen de menselijke cellen wegens de gelijkenissen in de eiwitten.

    Epitoopverspreiding.  Hiervan is sprake wanneer de immuunrespons op een infectie schade toebrengt aan het zelfweefsel.  Een epitoop is een deel van een antigeen dat door de antilichamen van het immuunsysteem wordt herkend, en is datgene waaraan het antilichaam zich specifiek bindt.  Dit is in wezen een vorm van moleculaire mimicry.  Als er een virus is, zal het immuunsysteem normaal antilichamen produceren die zich aan het epitoop van het virus hechten.  Bij epitoopverspreiding zullen de antilichamen zich hechten aan de “zelfepitopen”, die er op hun beurt toe zullen leiden dat het immuunsysteem de weefsels van het lichaam aanvalt (3) (4).

    Directe bystander activering.  Dit beschrijft een indirecte of niet-specifieke activering van autoimmuuncellen, veroorzaakt door de ontstekingsomgeving die aanwezig is tijdens de infectie.  Beschouw dit als een “domino-effect”, want wanneer één deel van het immuunsysteem geactiveerd wordt, leidt dit tot de activering van andere delen die zowel virus-geïnfecteerde cellen, als gezonde cellen kunnen doden.  Zo kunnen bijvoorbeeld virus-specifieke T-cellen naar de gebieden van een virusinfectie migreren, en wanneer deze T-cellen met het virus geïnfecteerde cellen tegenkomen, laten zij cytokinen vrij, die niet alleen de geïnfecteerde cellen doden, maar ook leiden tot het “doden door omstanders” van de niet-geïnfecteerde cellen (5).

    Hopelijk begrijpt u nu beter hoe een virus een auto-immuunziekte kan veroorzaken.  Laten we eens kijken naar een aantal virussen die een auto-immuunziekte zoals de ziekte van Graves of de schildklierontsteking van Hashimoto kunnen veroorzaken.

    Epstein Barr.  Het Epstein-Barr-virus (EBV) is een van de meest voorkomende virussen bij de mens.  EBV wordt gewoonlijk verspreid via lichaamsvloeistoffen, voornamelijk via het speeksel (6).  Hoewel veel mensen met EBV asymptomatisch zijn, zijn enkele van de symptomen van een EBV-infectie vermoeidheid, koorts, keelpijn, gezwollen lymfeklieren in de hals, huiduitslag en een vergrote milt (6). Talrijke studies hebben EBV in verband gebracht met auto-immuniteit, waaronder systemische lupus erythematosus (SLE), reumatoïde artritis, en het syndroom van Sjögren (7).  Sommige studies hebben deze aandoening ook in verband gebracht met auto-immuun schildklieraandoeningen.  Eén studie toonde bijvoorbeeld aan dat EBV antilichaamproducerende B-lymfocyten kan stimuleren die aanleg hebben om TSH-receptorantilichamen te maken, wat op zijn beurt kan bijdragen tot de ziekte van Graves of deze kan verergeren (8).  Een andere kleine studie toonde aan dat EBV-antilichamen vaker voorkomen bij mensen met auto-immuun thyreoïditis (9).

    Er zijn ook aanwijzingen dat EBV in verband wordt gebracht met de ontwikkeling van verschillende vormen van kanker, waaronder nasofaryngeaal carcinoom, maagkanker, Burkitt lymfoom, non-Hodgkin lymfoom en Hodgkin lymfoom (10).  Het is ook mogelijk dat EBV de progressie van schildklier papillair carcinoom naar ongedifferentieerd carcinoom kan verhogen (11).  Uiteraard suggereer ik niet dat iedereen met EBV een auto-immuunziekte of kanker zal ontwikkelen, maar het lijkt wel te leiden tot een hogere incidentie van deze aandoeningen.

    Hepatitis C. Hepatitis C-virus is de meest voorkomende chronische, door bloed overgedragen infectie in de Verenigde Staten (12).  De meeste mensen die met dit virus besmet raken, doen dat door het delen van naalden of andere apparatuur om drugs te injecteren, en door de ontoereikende sterilisatie van medische apparatuur (13) (14).  Hoewel de infectie bij sommige mensen mild kan verlopen, kan zij bij anderen leiden tot levercirrose, of zelfs leverkanker.

    Er lijkt wel een verband te bestaan tussen hepatitis C en de gezondheid van de schildklier.  Eén studie toonde aan dat de prevalentie van het hepatitis C-virus licht verhoogd is bij patiënten met Hashimoto’s Thyroiditis (15).  Dit werd bevestigd in een ander onderzoek, waaruit bleek dat chronische hepatitis C-infectie geassocieerd kan worden met schildklier autoimmuniteit en hypothyreoïdie (16).  Een andere studie toonde aan dat hepatitis C een hogere incidentie had bij patiënten met de ziekte van Graves, maar niet bij patiënten met Hashimoto’s Thyroiditis (17).  Een ander onderzoek toonde echter geen significant verband aan tussen chronische hepatitis C en schildklierauto-immuniteit, maar toonde wel aan dat interferontherapie voor hepatitis C schildklierantilichamen induceerde (18).  Ik (Eric Osansky) heb een apart artikel geschreven met de titel “Is er een verband tussen hepatitis C en de gezondheid van de schildklier?”.

    Parvovirus B19.  Parvovirus B19 infecteert alleen mensen, en de meest voorkomende ziekte als gevolg van dit virus is bekend als de Vijfde Ziekte (19).  Dit is een milde ziekte met uitslag, en enkele van de eerste symptomen zijn koorts, loopneus, en hoofdpijn (20).  Het kan ook leiden tot huiduitslag, samen met pijnlijke of gezwollen gewrichten.  Parvovirus B19 verspreidt zich via afscheidingsproducten uit de luchtwegen, zoals speeksel, sputum of neusslijm (20).  Eén studie toonde sterke aanwijzingen dat acute parvovirus B19-infecties betrokken zijn bij de pathogenese van sommige gevallen van Hashimoto’s Thyroiditis (21).

    Herpesvirus.  Genitale herpes is een seksueel overdraagbare aandoening die wordt veroorzaakt door twee soorten virussen.  De virussen zijn herpes simplex type 1 en herpes simplex type 2 (22).  Dit leidt meestal tot milde symptomen, en genitale herpeszweren verschijnen meestal als een of meer blaasjes op of rond de geslachtsdelen, het rectum of de mond (22).  Het kan echter ook andere gebieden aantasten, zoals de lever, longen, ogen en het centrale zenuwstelsel (23).  En er zijn aanwijzingen voor een mogelijke rol van herpes simplex virusinfecties bij de ontwikkeling van Hashimoto’s Thyroiditis (24).  Het lijkt er ook op dat schildklierhormonen de genexpressie van het herpes simplex virus reguleren, en zo de latentie/reactivatie van dit virus kunnen moduleren (25).

    HTLV-I.  Het humaan T-lymfotroop virus (HTLV-I) infecteert naar schatting 10 tot 20 miljoen mensen wereldwijd (26).  Eén studie toonde een hoge prevalentie van schildklierperoxidase- en thyroglobuline-antilichamen aan bij HTLV-1-dragers (27).  Een andere studie toonde aan dat er een rol was weggelegd voor HLTV-1 bij de ontwikkeling van zowel Hashimoto’s Thyroiditis als de ziekte van Graves (28).

    Er zijn nog andere virussen die mogelijk een auto-immuunreactie kunnen uitlokken en kunnen leiden tot een aandoening zoals de ziekte van Graves of Hashimoto’s Thyroiditis, maar dit zijn enkele van de meer voorkomende virale infecties die worden gezien bij auto-immuun schildklieraandoeningen.

    Kunnen natuurlijke behandelingsmethoden helpen bij virussen?

    Er zijn voedingsstoffen en kruiden die kunnen helpen bij het bestrijden van een virale infectie.  Hieronder worden enkele van de belangrijkste opgenoemd, hoewel u moet onthouden dat dit niet betekent dat deze voedingsstoffen en kruiden virussen zullen uitroeien.  De reden waarom virussen moeilijk uit te roeien zijn is omdat ze onze cellen infecteren, en dus moet het immuunsysteem meestal de met het virus geïnfecteerde cel doden, en niet alleen het virus direct uitroeien.  In de meeste gevallen zal het doel zijn de gezondheid van het immuunsysteem te verbeteren en dingen te doen die de virale replicatie remmen en de actieve virale infectie in een slapende toestand brengen, en deze hopelijk nog vele jaren slapend houden.  Het verbeteren van de gezondheid van het immuunsysteem is echt de beste methode om virale infecties zowel te voorkomen als te behandelen.  Dus hoewel het innemen van bepaalde voedingssupplementen en kruiden kan helpen, moet men natuurlijk ook goed eten, goed met zijn stress omgaan, voldoende slapen, enz.

    Vitamine D. Ik (Eric Osansky) raad al mijn patiënten aan zich te laten testen op vitamine D. En hoewel vitamine D belangrijk is voor de gezondheid van de botten, is een gezonde spiegel ook belangrijk voor een optimale gezondheid van het immuunsysteem.  En helaas hebben veel mensen een tekort aan vitamine D. Een recente studie keek naar de relatie tussen immunoreactiviteit voor Epstein-Barr virus en een vitamine D tekort bij mensen met multiple sclerose, en de studie bevestigde dat vitamine D3 suppletie de toename van EBV antilichamen kan beperken (29).  Een andere studie toonde aan dat vitamine D een direct antiviraal effect heeft tegen virussen zoals hepatitis C (30).

    Vitamine C. Veel mensen zijn zich ervan bewust dat vitamine C kan helpen bij het immuunsysteem, en daarom nemen veel mensen vitamine C bij een verkoudheid.  Eén studie met patiënten met verhoogde niveaus van EBV-antilichamen toonde aan dat een hoge dosis intraveneuze vitamine C-therapie een positief effect heeft op de ziekteduur en een vermindering veroorzaakt van de virale antilichaamniveaus (31).  Een andere studie toonde aan dat vitamine C een antivirale immuunrespons vertoont vroeg in het infectieproces, vooral tegen het influenzavirus (32).

    Curcumine.  Er zijn duizenden studies die de verschillende voordelen van de inname van curcumine aantonen, en een aantal daarvan tonen de doeltreffendheid ervan tegen verschillende soorten virussen aan.  Eén studie toonde aan dat curcumine een effectief middel is voor de remming van EBV reactivatie (33).  Een andere studie toonde aan dat curcumine de penetratie van hepatitis C in menselijke levercellen remt (34).  Een andere studie toonde aan dat curcumine de infectiviteit van omhulde virussen remt, waaronder het influenzavirus (35).  Ik denk dat zowat iedereen baat kan hebben bij het innemen van curcumine, en als je een virale infectie hebt, moet je zeker overwegen dit te nemen.

    Resveratrol.  Net als curcumine, is er ook veel onderzoek dat de voordelen van resveratrol aantoont.  Eén studie toonde aan dat resveratrol de proliferatie en overleving van EBV-geassocieerde B-cel maligniteiten remt (36).  Een andere studie toonde de remmende effecten van resveratrol op de lytische cyclus van het Epstein-Barr-virus aan, en suggereert dus dat het nuttig kan zijn om de proliferatie van het virus te voorkomen (37).  Weer een andere studie toonde aan dat resveratrol EBV-geassocieerde lymfoproliferatieve ziekten kan voorkomen (38).  Een andere studie toonde aan dat resveratrol herpes simplexvirustypes 1 en 2 bleek te remmen (39).

    Groene thee.  Het drinken van groene thee kan ook helpen bij virussen.  Eén studie toonde aan dat de catechinen in groene thee een antiviraal effect hebben op het griepvirus (40).  Een andere studie toonde aan dat het groene thee polyfenol epigallocatechine-3-gallate (EGCG) de toegang tot het hepatitis C virus remt (41).  Een andere studie toonde aan dat groene thee catechinen een adenovirus infectie kunnen remmen (42).  Dit is dus nog een reden waarom het drinken van een paar kopjes groene thee per dag heilzaam kan zijn.

    Citroenmelisse.  Veel mensen met hyperthyreoïdie en de ziekte van Graves nemen citroenmelisse, maar de meesten beseffen niet dat het mogelijk antivirale effecten kan hebben.  Eén studie toonde aan dat citroenmelisse een remmende werking heeft op de replicatie van het Herpes simplex virus type 2 (43).  Een andere studie toonde aan dat citroenmelisse een direct antiviraal effect kan uitoefenen op herpesvirussen (44).

    Knoflook.  Veel mensen weten dat knoflook een antibacteriële werking heeft, maar enkele studies tonen ook aan dat knoflook een antivirale werking heeft (45) (46).  In een van deze studies werd vastgesteld dat de verbinding ajoene de meeste antivirale activiteit heeft, gevolgd door allicine (46).

    Etherische oliën.  Enkele studies hebben aangetoond dat bepaalde etherische oliën antivirale eigenschappen kunnen hebben.  In een studie werd gekeken naar het antivirale effect van 12 etherische oliën op de replicatie van het herpes simplex virus type 1, en werd vastgesteld dat citroengras bijzonder effectief was bij het remmen van de virale replicatie, zelfs bij lage concentraties (47).  Een andere studie toonde het antivirale effect van pepermuntolie op herpes simplex virus type 1 en type 2 aan (48).  Een andere studie toonde aan dat een mengsel van essentiële oliën de virusinfectie aanzienlijk verzwakt (49).

    Dus hopelijk begrijpt u nu beter hoe een virus een auto-immuun schildklieraandoening zoals de ziekte van Graves en Hashimoto’s Thyroiditis kan veroorzaken, en wat u kunt doen om de virale replicatie te helpen afremmen.  Het belangrijkste wat u kunt doen is de algehele gezondheid van uw immuunsysteem verbeteren door goed te eten, uw stressniveaus te beheersen, elke nacht voldoende te slapen en uw blootstelling aan milieugiffen te minimaliseren.  U moet ervoor zorgen dat uw vitamine D-gehalte hoger is dan 50 ng/ml, en als u een virale infectie hebt, kunt u overwegen om hogere doses vitamine C te nemen, samen met curcumine, resveratrol en knoflook.  Overweeg elke dag een paar koppen groene thee te drinken en misschien het gebruik van essentiële oliën te overwegen.

    [1] (1): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/11572634

    [2] (2): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22095454

    [3] (3): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25445494

    [4] (4): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/11140461

    [5] (5): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1360274/

    [6] (6): http://www.cdc.gov/epstein-barr/about-ebv.html

    [7] (7): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19028369

    [8] (8): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21449724

    [9] (9): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/8750577

    [10] (10): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25167864

    [11] (11): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/14652819

    [12] (12): http://www.cdc.gov/hepatitis/hcv/

    [13] (13): http://www.cdc.gov/hepatitis/C/

    [14] (14): http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs164/en/

    [15] (15): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2350409/

    [16] (16): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3659909/

    [17] (17): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2548497/pdf/bmj00575-0062e.pdf

    [18] (18): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/8759175

    [19] Is There a Connection Between Hepatitis C and Thyroid Health?: https://www.naturalendocrinesolutions.com/articles/is-there-a-connection-between-hepatitis-c-and-thyroid-health/

    [20] (19): http://www.cdc.gov/parvovirusb19/about-parvovirus.html

    [21] (20): http://www.cdc.gov/parvovirusB19/fifth-disease.html

    [22] (21): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18788945

    [23] (22): http://www.cdc.gov/std/herpes/stdfact-herpes.htm

    [24] (23): http://www.uptodate.com/contents/treatment-of-herpes-simplex-virus-type-1-infection-in-immunocompetent-patients

    [25] (24): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24008857

    [26] (25): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23883178

    [27] (26): http://www.uptodate.com/contents/human-t-lymphotropic-virus-type-i-virology-pathogenesis-and-epidemiology%20

    [28] (27): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/8959086/

    [29] (28): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16076945/

    [30] (29): http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25666504